Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar ik heb u [47]eensdeels [48]te stoutelijker geschreven, broeders, u als wederom [dit] [49]indachtig makende, [50]om de genade, die mij van God gegeven is; 47. Dat is, enigszins; of ten dele te stoutelijker. 48. Namelijk met hier en daar uwe gebreken vrijmoedig aan te wijzen en te bestraffen. 49. Dat is, opdat gij op deze dingen, die gijzelf wel weet, en niet wel in het werk stelt, met ernst zoudt denken en dezelve betrachten. 50. Namelijk des apostelschaps, hfdst.1 vs.5, dat is, omdat ik van God daartoe gesteld en geroepen ben, en ik mij in mijn ambt getrouw moet kwijten; zie vs.16. Of, door de genade.